Editoriaal – n°16 – december 2011

kw16Te veel is te veel.

Het verhaal dat we vandaag met 7 miljard zielen op deze aardbol leven, doet op verschillende vlakken onze wenkbrauwen fronsen. Onze planeet kreunt onder het onevenwicht van zijn voedselketen. Maar het besef dat er vandaag ook 37 miljard flessen wijn per jaar wereldwijd worden verhandeld en dit gekoppeld aan de acute overbevolking van onze planeet, is pas een vaststelling die we op verschillende manieren kunnen interpreteren. De loutere empirische vaststelling dat de gemiddelde mondiale wijnconsumptie meer dan 5 flessen per jaar per aardbewoner bedraagt is voor een wijnliefhebber bemoedigend. Als Belg kunnen we dit zelfs als hoopgevend bestempelen.

De gemiddelde jaarlijkse wijnconsumptie van de Belg bedraagt immers 30 liter, wat neer komt op bijna 40 flessen per jaar per Belg. Het perspectief dat de wereld op België een kloof van 35 flessen wijn per jaar moet toe rijden zal de wijnmarkt maar al te graag horen. Met schaamrood op de wangen moet ik evenwel toegegeven dat dit veruit de enige discipline is waar de Belgen hoge ogen scoren op wereldniveau. Oh ja, in de banaliteit van ons bestaan zou ik het nog vergeten: in het kader van regeringsvorming beschikken we ook over een record. We moeten dus leren leven met het feit dat Belgen dus zuipers en zeikers van wereldformaat zijn. Ik durf haast niet te geloven dat hier een correlatie zou bestaan en dat bij al het gezeik over regeringen en saneringen ook gigantische hoeveelheden wijn door de kelen vloeit. Wij zijn immers altijd een ras geweest dat het aangename aan het nuttige weet te koppelen.

Enfin, er vanuit gaande dat België naast een beschamend politiek profiel ook een ideaal wijnconsumptie profiel heeft, dat toekomstgericht kan geprojecteerd worden op wereldniveau, dan is het voor de hopeloze belegger duidelijk waar hij in deze onzekere tijden zijn geld moet investeren. De wijnmarkt is een groeiland op zich en de Belgen tonen voor één keer hoe het wel moet. Maar zoals altijd, is deze Belgische potsierlijke retoriek ongepast en te kort door de bocht. Ik denk dat Etienne Vermeersch bij het lezen van deze intro nu al zijn zoveelste hartinfarct aan het verwerken is. De kruisvader tegen de overbevolking en de filosoof van de juiste dingen zal mijn kwantitatieve wijnconsumptiebenadering met de grond gelijk maken. De 7 miljard sukkelaars zijn voor onze planeet te veel om te dragen en hebben een zelfvernietigend effect op onze welvaart en misschien ook op de wijnbouw.

Dat amper 2 van de 7 miljard mensen kunnen en mogen genieten van wijn, brengt alles in een ander perspectief. Vooreerst moet je dan beseffen dat de positie van België als koploper van het wijnverbruik per inwoner sterk moet genuanceerd worden en uiteindelijk een totaal irrelevant wijnweetje wordt . Daarnaast is het duidelijk dat voor 5 miljard mensen wijn een onbekend gegeven is en dat het voor hen om economische en/of religieuze redenen onbekend zal blijven. De gastronomische ongelijkheid in deze wereld wordt nog sterker uitvergroot in de onwaarschijnlijke discriminatie die bestaat in het mondiaal wijnverbruik. De perversiteit wordt pas ergerlijk wanneer je beseft dat sommige wijnen per fles meer kosten dan een jaarsalaris van een noeste mijnwerker ergens in Afrika. Ik wil het niet gedroomd hebben dat in de favelas van Brazilië of in de slumdogs van India of in de bidonvilles in Zuid- Afrika één nuchtere ziel kennis heeft van het feit dat in het ‘rijke’ Europa in 1985 één fles Château Lafite van 1787 met Thomas Jeffersons initialen voor 136 500 euro geveild werd. En zeggen dat het nog erger kon geweest zijn. In 1989 ging een New Yorkse wijnhandelaar met zijn Château Margaux 1787 ook met Jefferson’s initialen naar een verkoopsdiner. Hij vroeg 500.000 dollar voor de fles, die niemand natuurlijk wou neerleggen. Een onhandige ober heeft toen per ongeluk (?) de fles omgestoten. De Margaux vloeide rijkelijk tussen de glasscherven op het chic tapijt. Aangezien de fles verzekerd was, heeft de wijnhandelaar er nog uiteindelijk 225.000 dollar voor gekregen van de verzekeringsmaatschappij. Daardoor is deze Margaux de duurste niet-verkochte wijn ter wereld en tevens een blaam voor het westers kapitalisme. Je moet goed zot zijn om dergelijke bedragen te betalen voor een fles edele drank. En nochtans gebeurt het maar al te vaak (zie kolom). Opvallend is het feit dat de drie duurste wijnen ter wereld allemaal uit de Bordeaux komen. De Château Lafite 1787 (160 000 dollar), de Château Mouton Rothschild 1945 (114 614 dollar) en de Château d’Yquem 1811 (85 000 euro) voeren de hitlijsten aan van de duurste wijnen ter wereld. Deze waanzinnige bedragen kunnen alleen worden uitgegeven door waanzinnige mensen.

Elke wijnliefhebber weet dat rode wijnen van meer dan honderd jaar oud meestal niet te drinken zijn. Ik weet niet of er iemand in België mij kan zeggen hoe een wijn uit 1787 uiteindelijk zou smaken? Niemand! Ook wereldwijd niet. Hoe is het mogelijk dat men dan zo veel geld uitgeeft voor iets waarvan men niet eens weet of het lekker is. Dit kan enkel uit snobisme zijn. Of uit dommigheid! Vaak gaan deze beide samen door de deur van de onzinnigheid. Want het is helemaal niet zeker dat deze dure etiketten-wijnen wel degelijk deze originele wijnen zijn. De schrijver Benjamin Wallace raakte gefascineerd door de wereld van wijngekken en geldsmijters. In ‘The Billionaire’s Vinegar’ onderzoekt hij het mysterie van de Lafite 1787 en komt tot onthutsende resultaten. Ook de bedenkelijke rol van de schatrijke Duitse wijnkenner en wijncollector Rodenstock, die trouwens deze 1787 heeft gekocht, wordt haarfijn ontrafeld. Een zaak is duidelijk: naast snobisme is deze commerce ook één grote leugen. Dat Bordeaux zijn reputatie verder ophangt aan hoge prijzen en aan andere grote leugens zal hen op termijn zuur opbreken.

Vele ‘echte’ wijnliefhebbers hebben Bordeaux al lang verlaten. Het spijtige in deze evolutie is dat vele kleine en schitterende wijnbouwers in Bordeaux, die werken in de periferie van de grote kastelen, daar het grootste slachtoffer van zijn. Daarom is het voor ons belangrijk dat wij de wereld van de wijnsnobs, de wijn-& geldverkwisters en de oenofools ver achter ons laten. Ze verstoren de markt en niet in het minst mijn humeur. Dat de excentrieke miljardairs van deze wereld maar verder oude azijn zuipen uit Bordeaux! Wij weten beter. Terwijl de geldbeugels van de wijnsnobs opengaan voor overgewaardeerde Bordolese etikettenproducten, biedt dit het voordeel dat ze wegblijven uit regio’s waar echte goede wijnen worden gemaakt tegen verantwoorde prijzen. Ik kan de lezer verzekeren dat er heel veel dergelijke regio’s in de wereld bestaan, zelfs in Frankrijk. Neem mij niet kwalijk, maar de Rhône is wel degelijk zo een regio. De onwaarschijnlijke kwaliteitsgolf doorheen de Rhône van de laatste 15 jaar heeft er niet toe geleid dat de prijzen de pan uit vlogen. Dat hebben zelfs de meest notoire Vlaamse italofielen of bordeauxfielen onder ons ondertussen wel begrepen.

Wanneer de meest gereputeerde Belgische chancelier van de Jurade van St-Emilion en tevens voorzitter van de Vlaamse Wijngilde gekozen heeft om zijn laatste officiële voorzittersfeest te laten bevloeien met rhônewijnen, dan kan dit als statement wel tellen. Mag dit tevens ook een symbolisch signaal zijn dat de Vlaamse Wijngilde hoegenaamd niet meedoet aan de carrousel van het snobistisch opbod. Laat het feest van de Vlaamse Wijngilde op 5 februari aanstaande een ode zijn aan de wijnkenner, wijnliefhebber en de modale eerlijke wijnconsument. Terwijl Rodenstock zich dagelijks staat te vergapen op zijn relikwie uit 1787, zullen wij met het zuiver gemoed der oenofielen de mooiste vinologische parels soldaat maken. Lezend in de nieuwe editie van Ken Wijn-magazine, kan een glaasje châteauneuf-du-pape, gigondas of vacqueyras wonderen doen voor ons geweten. Gelukkig hebben wij nog een geweten.